Jan Verkade (Zaandam, 1868 Beuron, 1946) was een zoon van de stichter van de bekende koekjesfabriek Verkade. Hij studeerde aan de kunstakademie in Amsterdam, ging op studiereis naar Parijs waar hij zich aansloot bij Les Nabis (profeten) met kunstenaars als Paul Gauguin, Paul Sérusier, Pierre Bonnard, Maurice Denis e.a. Hun werk was o.m. gekenmerkt door symbolisme, okkultisme en esoterie. Foto´s: links Jan Verkade (Pater Willibrord) en rechts Peter Lenz (Pater Desiderius) Jan Verkade maakte een krisis door, hij zocht naar de zin van het leven, las het leven van St. Augustinus en de Navolging van Kristus en werd in 1892 katholiek. In Toskanië raakte hij in de ban van de vroomheid en eenvoud van Franciskus van Assisi. Hij trok naar het benediktijnenklooster van Beuron waar toen pater Desiderius Lenz een nieuwe vormentaal voor religieuze kunst aan het ontwikkelen was. Verkade was sterk onder de indruk van het kunstgebeuren daar, hij werd in 1894 opgenomen in de kloostergemeenschap en geschoold in de Beuroner kunstopvattingen. In 1902 legde hij de kloostergeloften af, werd niet alleen monnik maar ook priester. Beuroner kunstschool Pater Desiderius Lenz (Peter Lenz, 1832-1928) was architekt, schilder en beeldhouwer en werkte vanaf 1868 in de abdij Beuron (bij Sigmaringen in Zwaben) aan een vernieuwing van kerkelijke kunst, die uitdrukking wilde zijn van kristelijke mystiek in een zeer strenge kompositie en vormentaal, waarbij de school aanknoopte bij de ideeën van o.m. de Nazareners. Beuroner kunst is gekend voor muurschilderingen in gedempte, ingetogen en mysterieuze kleuren (Coomans en De Maeyer). Het belangrijkste principe (canon) van de school is de rol van geometrie bij de bepaling der verhoudingen van de kompositie. Vormelijk is de Beuroner kunst gebaseerd op elementen uit oud-Egyptische, Griekse, Romeinse, vroegkristelijke en Byzantijnse kunst, maar inhoudelijk is de kunst door en door westers kristelijk. Beuroner kunst (schilderingen, skulpturen, gebruiksvoorwerpen en meubilair) staat niet op zich, maar is deel van en volledig geïntegreerd in een religieuze architekturale omgeving. Architektuur en kunstwerken nodigen uit tot kontemplatie. De werken zijn anoniem, het is groepswerk. Originaliteit wordt niet nagestreefd, wel imitatie zoals bij de orthodoxe ikonenkunst. Verdere kenmerken zijn de strakke lijnvoering, het negeren van perspektief en realisme, de afwezigheid van kleurschakeringen. Beuroner kunst is hiëratisch, tijdloos, harmonisch, mystisch, hermetisch. Elke voorstelling wordt door stilering een teken. De school (bloei van ca. 1870 tot 1900 en dan in een tweede periode tot ca. 1930) heeft een grote invloed uitgeoefend op de kerkelijke schilderkunst. Ook vertegenwoordigers van de Jugendstil zoals bijvoorbeeld Gustav Klimt waren sterk beïnvloed door de Beuroner kunst. Zo ook de Sloveense geniale architekt Josip Plečnik, die in Wenen, Praag en Lubljana prachtig werk heeft gerealiseerd. In 1905 was Plečnik de architekt (inrichting der zalen, opstelling der exponaten enz.) van de tentoonstelling voor religieuze kunst in Wenen. De Beuroner kunst was er vertegenwoordigd met talrijke werken (architektuurontwerpen, schilder- en beeldhouwkunst en toegepaste kunst). Jan Verkade was belast met de organisatie van de bijdrage van de Beuroner Kunstschule aan die tentoonstelling. Lenz en Verkade konden het zeer goed vinden met Plečnik. Muurschilderingen in Praag Foto´s. Links het Gabrielklooster in Praag-Smíchov, aan de voet van de Petřín-heuvel. Rechts het interieur van de aan Maria gewijde kloosterkerk. Het neoromaanse Gabrielklooster in Praag-Smíchov werd gebouwd in 1888-91. De architekten Félix de Béthune en Felix de Hemptinne waren Walen, allebei benediktijnen. Het klooster heeft slechts ongeveer drie decennia bestaan, het werd in 1919 onder druk van de toen sterk antikatholieke Tsjechoslovaakse overheid opgeheven en de (vooral Duitse) benediktinessen werden verdreven (naar Oostenrijk). De muurschilderingen in de kloosterkerk werden gerealiseerd in 1895-97 door de Beuroner monniken Desiderius Lenz zelf, Jan Verkade en Carl Gresnigt, ook een Nederlander, en anderen. Het interieur van deze Mariakerk is a.h.w. een museum van Beuroner kunst. Foto. De Piëta op de westmuur is ontworpen door Desiderius Lenz, volgens velen is het een van zijn beste werken. De toenmalige Praagse aartsbisschop Schönborn echter was verontwaardigd toen hij deze wandschildering zag, de Maria van deze piëta was teveel Egyptische godin. Hij hield overigens niet van de Beuroner kunst en gaf de opdracht deze muurschildering te verwijderen. Dat gebeurde (gelukkig) niet, er werd wel een doek voor gehangen, maar dat werd enkele maanden later weer verwijderd. Foto. De Sedes sapientiae (zetel der wijsheid) in de apsis van het koor is de mooiste schildering in deze kerk. Het is een ontwerp van Desiderius Lenz, geschilderd in 1898 op een houten paneel, dat oorspronkelijk als een retabel op het altaar was geplaatst, maar in 1911 werd het onderdeel van de wand en rondom aangevuld met muurschilderingen (niet op de foto). Maria wordt hier, zoals in de Piëta, voorgesteld als een Egyptische godin. De Sedes sapientiae en de Piëta zijn elkaars tegenstuk: hier Maria met de jonge Jezus, daar Maria met de dode Jezus. De stichting Malakim (http://malakim.cz/) verzamelt gelden voor het behoud van de muurschilderingen in de voormalige kloosterkerk, ze zijn immers sterk bedreigd door vooral vochtinwerking. Wil men de kerk bezoeken (http://malakim.cz/prohlidky/) neem dan kontakt met mevrouw Monica Bubna-Litic, voorzitster van de stichting: [email protected]. © Piet Schepens (2014-2021)
De titaan Atlas draagt in de Griekse mythologie de hemelbol (het hemelgewelf, het uitspansel). In de kunst en op vele titelpagina´s van de kaartenverzamelingen van de Vlaamse kartograaf Gerard Mercator (1512-94) wordt Atlas voorgesteld als drager van de w
projít na článekFoto: Het geopende drieluik. Centraal het paneel Sint-Lukas schildert de madonna van Jan Gossart. Zijpanelen van Michiel Coxcie met links de marteling van Sint-Jan-de-evangelist en rechts het Visioen van Sint-Jan op Patmos. (Foto uit Z. Wirth, F. Kop en V
projít na článekFoto´s: links een portret van Rembert Dodoens, rechts de titelpagina van zijn kruidenboek. Op basis van een bewering van de Tsjechische jezuïet Bohuslav Balbín (†1688) in zijn boek over de geschiedenis van het koninkrijk Bohemen (1681), menen vele Tsjechi
projít na článekDe trdelník wordt verkocht als een traditioneel Oud-Boheems gebak. Ook de wijze van bereiding en de aankleding van de verkoopsstalletjes moeten verwijzen naar een oude traditie, die verzonnen is. De trdelník is een modern marketing produkt, dat vijftien j
projít na článekIn de tweede helft van de 19de eeuw wou men van Praag een moderne stad met grootstadkarakter maken naar het voorbeeld van Wenen (Ringstrasse), Parijs (de boulevards), Boedapest en Berlijn. In 1885 werd beslist om het getto (waar toen nog ongeveer 25% der
projít na článek